Een dagje er tussenuit, dat was het plan, om toch dat kerstvakantiegevoel een extra boost te geven. We wonen belachelijk dicht bij de Franse grens, dus Lille ofte Rijsel smeekte al jaren om een verkenning. Een tiental jaar geleden waren we er al eens op daguitstap geweest, op een maandag, sluitingsdag van alle leuke, kleine winkeltjes, geen strak plan dus. En van het station Lille Flandres naar dat van Lille Europe met een valies sleuren om de tgv te halen, telt uiteraard niet mee. Nee, deze keer zouden we het eens déftig doen.
Eerste halte: Tri Postal, een voormalig postsorteercentrum vlak naast het station Lille Flandres (je ziet de treinen vanuit het café aankomen en vertrekken) dat omgebouwd werd tot een centrum voor moderne kunst. Als je er voor 12 januari geraakt, kan je nog ‘Happy birthday’ meepikken, een tentoonstelling naar aanleiding van de 25ste verjaardag van galerie Perrotin. Wim Delvoye, Maurizio Catellan, Takashi Murakami, Damien Hirst, iemand? Ja, onder de indruk, kon je ons wel noemen. Leuke setting, gevarieerde tentoonstelling en voor de liefhebbers van een extraatje: op zaterdag kan je alles in een paardenkostuum bezoeken. Hier keren we zeker nog eens terug (op een zaterdag in plaats van een vrijdag volgende keer)!
Deel één geslaagd, deel twee: wat heeft Lille zoal te bieden qua leuke adresjes? Rue de la Clef kwam uit mijn research als de te bezoeken straat, maar ondanks of misschien net door het druilerige weer (natte jas aan, natte jas uit, nee dank u) waren we nauwelijks geneigd om de vele boetiekjes binnen te stappen. Als die al open waren: opvallend veel kleine zaakjes hadden een gesloten deur en dat 2 dagen na kerst, op een vrijdag, euhm, niet zo commercieel gericht, die kleine handelaars in Rijsel?
Je vindt in Rijsel heus wel enkele leuke adresjes, voor kinderspulletjes en cadeautjes kan je bijvoorbeeld bij Le Petit Souk terecht. Iets gelijkaardigs, maar nog net iets meer romantisch en volwassen getint was Les Cousines de Léon in Rue Royale. Die straat herbergt ook heel wat eetadresjes, grappig genoeg meestal alles behalve Frans getint: we spotten onder andere Le Berliner, een kroeg waar je hamburgers kan eten in een vintage decor en ook een andere eetzaak in American diner stijl.
BD + café vind je aan het begin van de straat: een winkel volgestouwd met àlles wat je ook maar kan bedenken qua strips, inclusief manga, comics en graphic novels (let wel: alles in het Frans) en een cafeetje waar de klanten vrolijk tetteren over een koffietje.
Een straat verder wist Funny Vintage me ook wel te charmeren: vintage interieurspullen, kledij én platen en een cafeetje, een soort mini concept store dus, quoi.
Platenzaken vind je ook best in Rijsel, Besides Records was volgens ons de topper: ok, iets aan de prijzige kant, maar wel een uitstekende, uitgebreide selectie, een zithoekje en werken van jong grafisch talent aan de muren. Enthousiaste crate diggers konden er ook in ferm afgeprijsde bakken vol tweedehandse platen snuisteren.
Onze knorrende maag deed ons stoppen aan een klein zaakje dat ons meteen opviel door de naam: De rode koe. Bleek dat een Vlaamse de zaak uit de grond gestampt had, we kregen niet echt de kans om haar uit te horen, maar de risotto met boschampignons was lekker genoeg om ons nog wel ooit eens te doen terugkeren. Leuk adresje dus: een sober interieur met een authentiek tintje, absoluut niet duur én bio-organisch gericht.
We dachten om af te sluiten bij Chez Léontine, een theesalon met minibiowinkeltje en vooral heerlijke dessertfoto’s op hun facebookpagina, maar helaas: de vakantie was daar blijkbaar ook al ingezet dus veel meer dan de paarse rolluiken hebben we van het zaakje niet gezien. Nu, Chez Léontine vind je vlakbij het Palais des Beaux Arts, dus te onthouden voor als we die ooit nog eens bezoeken.
Conclusie? Zelf zou ik niet speciaal naar Lille terugkeren om te winkelen. Voor museumbezoeken en de rijke, gevarieerde architectuur wel. Tenzij enkele zaken mij compleet ontgaan zijn? Tips altijd welkom!