“Misschien is dit boek wel iets voor jou, het gaat over creatief leven”. Oké, daarmee prikkel je alvast mijn nieuwsgierigheid! Ik had nog wat lectuur nodig voor mijn treintochtjes naar mijn vaste job en leende na een tip van een vriendin ‘Big Magic’ van Elizabeth Gilbert uit in de bib.
Gilbert, is dat niet die van… ? Ja, Elizabeth Gilbert ken je misschien van ‘Eten, Bidden, Beminnen’ (‘Eat, Pray, Love’ gelijk dat we zeggen). ‘Big Magic’ kwam een negental jaar na haar bestseller uit en – jawel – ze komt er af en toe op terug in dit zelfhulpboek voor creatievelingen, maar je moet geen schrijver zijn om uit dit boek enkele post-it-quotes te destilleren om aan je bureau uit te hangen.
Eerlijk? De eerste hoofdstukken doorploeterde ik wat fronsend. De big magic waarvan sprake is in de titel bleek een soort filosofie te zijn dat ideeën in de lucht hangen en tot jou komen ‘als je het toelaat’. Doe je er niets mee, dan zoekt het idee een andere creatieveling om te inspireren. De omschrijving van dit proces was naar mijn smaak nét iets te zweverig. Ik kon bij wijze van spreken de wierookstokjes al ruiken. Enfin, ik was op mijn hoede.
Verderop haalt Gilbert gelukkig wél aan dat creatief zijn ook hard werken vraagt. Tiens. De toon van ‘Big Magic’ verandert dan ook geleidelijk aan naar een bijzonder nuchter boek dat enkele clichés van het creatieve leven omver wil werpen. Now we’re talking… Ze trekt onder andere serieus van leer tegen het denkbeeld van de lijdende kunstenaar. Als je je niet ongelukkig voelt bij het creëren, kan het niet deugen, die gedachte is volgens haar regelrechte quatsch. Kijk, dààrbij krijg ik zin om met pomponnekes een cheerleaderdansje te maken.
Op de achterflap van ‘Big Magic’ valt het woord mindfulness. In de zin dat Elizabeth Gilbert heel veel relativeert, kan ik me bij die typering van het boek vinden. Ga ik met alle stellingen akkoord? Nee, maar hier en daar vond ik wel enkele geruststellende gedachten: je kunst hoeft niet origineel te zijn én het hoeft ook niet belangrijk te zijn (in de zin van de wereld willen redden). Een fantastisch werk kan door toevalligheden genegeerd worden, dit wil niet automatisch zeggen dat het werk zelf niet deugt. Je moet in de eerste plaats creatief zijn omdat je het leuk vindt. Als je het alleen maar doet om er je brood mee te verdienen, geraak je er niet. Laat je nooit wijsmaken dat je andermans zegen nodig hebt om zelf creatief te mogen zijn. Streef perfectie niet na, want die is toch onbereikbaar. En zo kan ik nog even doorgaan.
Een kleine zijopmerking: als je de Nederlandse vertaling leest, dan zal je misschien even vraagtekens zetten bij het woord dat ze tegenover de kunstenaar als martelaar zet: de ritselaar. Het originele Engelse woord is hustler. Gilbert stelt dat kunstenaars in plaats van martelaars eigenlijk beter zwendelaars (kleine vertaalsuggestie) zijn, mensen die hun eigen blik op de wereld hebben en niet bang zijn om te spelen met regels. Nieuwsgierigheid is een gezondere attitude dan allesverterende passie volgens haar.
‘Big Magic’ zal zeker niet een kolfje naar ieders hand zijn, maar je kan er wél lessen uit trekken over hoe je eigenlijk zélf tegenover het creatieve leven staat. Want uiteindelijk mag je als creatief wezen vooral niet bang zijn om je eigen mening te vormen… en post-itjes met nuttige quotes aan je bureau te hangen.