Wanneer maak je eens kaartjes? hoorde ik al eens vragen. Wel, Cathy van Pop-up Gusta vroeg het ook, en dan nog eens voor een goed doel. De opbrengst van deze pop-up shop in Kortrijk gaat naar CineMaatjes, waarbij Buda Kortrijk filmvoorstellingen biedt voor kansarme gezinnen. Zoals dat met pop-ups gaat, moet je je haasten: je kan er nog één weekend heen voor dat eindejaarsshoppen of misschien voor één van de drie kerstkaartjes die ik voor Gusta ontworpen heb.
Wat mij naadloos bij mijn goede voornemens voor 2015 brengt: mezelf meer dergelijke duwtjes in de rug geven om mijn tekeningen in echte producten om te zetten. To be continued…
Afijn: vrolijke kerstballen en kruip nog eens wat dichter tegen die geliefden aan de komende weken!
Dat het leuk is dat er een boek met zijn werk uitgegeven is, maar dat hij niet snapt waarom een Europese regisseur hem lastig komt vallen om een documentaire over hem te maken, mompelt Saul Leiter. Voor ‘In no great hurry’ (2012) viel Tomas Leach fotograaf en kunstenaar Saul Leiter een drietal jaar lastig. Hij legde vast hoe de tachtiger probeert zijn appartement vol negatieven, prints en souvenirs te ordenen, hoe hij zijn vertrouwde buurt rondsjokt, camera nog steeds in de hand, en hoe hij mijmert, mompelt en plaagt.
Van begin tot einde bekeek ik deze documentaire met een brede glimlach. Leiters foto’s hadden me al eerder geraakt in hun verstilling, kadrering en prachtige manier om kleuren vast te leggen. Dit charmante, eerlijke portret doet je alleen nog meer van Leiter houden. Nederig, kwiek, innemend en altijd met een kwinkslag weet vooral Leiter zelf je even te doen stilstaan bij alles. Er is tenslotte geen haast bij…
Tigerprint, het designbedrijf verantwoordelijk voor de papierwaren van Marks & Spencer, had in augustus een nieuwe wedstrijd lopen rond ‘cute character’. Uiteraard kon ik het met zo’n onderwerp niet laten om deel te nemen en hoola hoop hoera! 1 van mijn 4 ontwerpjes haalde de shortlist. Een hele eer om mijn koalaatje tussen zoveel mooie designs te zien staan!
In ‘t eerste opzicht is de tijdelijke corner shop van Lucy Sparrow in Bethnal Green, Oost-Londen niets speciaals. Tot je wat dichter kijkt… en ziet dat de 4000-tal producten allemaal handgemaakt zijn! Respect!
Ik ben nogal fanatiek in het lijstjes maken, van boodschappenlijstjes over de dagelijkse to-do’s, droomlijstjes en – gezien de tijd van het jaar – festivallijstjes.
Onder festivallijst komt bij mij in de eerste plaats het grondige uitpluizen van de programmatie: de musts, misschiens en als-er-niets-anders-te-zien-valt en jawel, de dilemma’s. Alles met integrale omschrijvingen van obscure bandjes tot en met codes om de volgorde van belangrijkheid te onthouden.
En dan is er nog dat andere festivallijstje: de inpaklijst. Het volledige festivaloverleefpakket wordt enkele dagen op voorhand genoteerd, want de dagen erop schiet er je altijd nog iets te binnen waar je nog niet aan gedacht had. Check, dubbel check! Waarom mijn lijstje niet gewoon eens visueel vormgeven? dacht ik dit jaar. Handig voor hergebruik. En gewoon fun om te doen.
Met al deze spullen mee trok ik vorige week richting Dour, wat alweer een nieuw lijstje oplevert: eentje van de meest memorabele optredens.
De ontdekkingen
Chet Faker: Australiër met een stem die elke ijsblok spontaan zou doen smelten. Hij bracht downtempo electronica met soul als grote gemene deler, nu eens met drummer en gitarist, dan weer met één enkele soloklik op de laptop. Ik stond vooral verbaasd te kijken hoe de tent alles woord voor woord stond mee te zingen terwijl ik voor het festival nauwelijks van deze kerel gehoord had. In de smiezen houden, die Chet.
Onra: De liveset van deze producer was van een kwaliteit die de meest vermoeide smeltende festivalganger op de hete tweede dag nog tot dansen kon bewegen. Chapeau! Disco, funk en een vette knipoog richting de jaren ’80, maar wel met een hip hop cool, quoi. https://soundcloud.com/onra
Moodymann: Vriendlief had gezegd dat ik dit moést zien, en hij had gelijk. House zoals house moet klinken: alsof je niet constant naar house luistert. Beste feestje van het festival: perfecte mixen, zijsprongen richting funk, disco en zelfs new wave en steeds met een flow die de voetjes tot dansen hypnotiseerde. Topper!
SOHN: Had al enkele nummers gehoord van deze heer en toegegeven, ik had wat moeite met zijn gepolijste stem. Bij de tracks die hij samen met zijn kompanen tot een schijnbaar eindeloos laagjeskluwen opbouwde was ik volledig verkocht. Denk James Blake meets – uhm – Justin Timberlake. De trage, kale nummers had ik liever doorgespoeld, maar hey, als hij volledig in het zwart mét muts én kap (!!!) kon blijven spelen in een verzengende hitte, dan kon ik uit respect ook even blijven staan om een volgend elektronisch hoogtepuntje af te wachten.
De vaste waarden
Buiten kijf: BadBadNotGood was weer maar eens het béste dat ik gezien heb op Dour. De energie die deze enfants terribles van de jazz overbrengen is klaar om alle kernreactoren te doen sluiten. Vorig jaar al zo, dit jaar idem, volgend jaar…?
Oei, hiphop op een hoofdpodium, denk ik altijd, maar NAS stond déftig zijn mannetje. Woord voor woord de lyrics kunnen volgen was een verademing in vergelijking met de talloze rommelige livezootjes die ik al uit het hiphopspectrum zag komen. Vooral de eerste helft met nummers uit zijn 20-jarige debuutalbum ‘Illmatic’ was rap pur sang: helder, mét hersenen. Puik.
The Notwist moet je gewoon eens live gezien hebben. De belangstelling voor deze Duitsers was in vergelijking met 6 jaar geleden ongeveer gevierendeeld, maar de afwezigen hadden ongelijk. Aan de ene kant strak geregisseerde mélange van rock en elektronica, aan de andere kant bol van de zotte, alles-kan-alles-mag improvisaties. Wawkes!