8 lessen die de #3materialschallenge me geleerd heeft (die ik misschien al wist)

1) Elke dag tekenen is mogelijk, vooral als je er wat verantwoording voor af moet leggen.

Aan het begin van het jaar had ik genoteerd dat een soort visueel dagboek aanleggen misschien interessant zou zijn, maar ik was er nog nooit toe gekomen. En eerlijk? Ik dacht eigenlijk op voorhand dat ik dit nooit zou volhouden.

Deze instagram challenge was voor mij dé ultieme test om het toch eens te proberen. De beperkingen trokken me vooral over de streep:

  • Je moet 50 dagen na elkaar dagelijks iets uit het leven gegrepen tekenen.
  • Je mag niet langer dan een half uur tekenen.
  • Je mag maximum 3 materialen gebruiken.

Het was net dit strikte kader dat ervoor zorgde dat ik het erop wou wagen.
Ik maakte het kenbaar op mijn social media kanalen zodat mensen mee konden volgen en voilà: instant ‘verantwoording’ af te leggen. Het zou misschien geen moord en brand zijn als ik eens een dag skipte, maar toch. Het gedacht dat er (al was het maar één) iemand mee keek, zorgde dat ik de opdracht serieus nam. Zonder dit kader: op voorhand een verloren zaak.

Een half uur per dag reserveren lukt, maar dat is het hem net: dit op voorhand inrekenen of die 30 minuten zoéken is dan ook wel een must. Ik heb geen kinderen, werk niet fulltime op de dagjob, dus ik heb veel vrijheid wat mijn dagindeling betreft. Fulltime job en gezin? Lijkt me meer een extra uitdaging. Dat half uur vinden werd voor mij bijvoorbeeld wel al moeilijker toen ik op Pukkelpop vertoefde, een omgeving waar met vrienden afspreken en optredens zien plots prioriteit was.  

50 dagen is lang. Het leek alsof ik er uuuuuuren mee bezig was, terwijl ik in werkelijkheid maximum 25 uren getekend heb: een parttime weekske. Het ‘moeten’ werd af en toe ook vervelend. Vaak had ik geen zin, maar achteraf was ik dan wél trots als ik het toch maar weer een dagje volgehouden had.

2) Het lastigste onderdeel van tekenen is een onderwerp vinden.

Wàt moet ik nù weer tekenen? De grootste verzuchting van deze 50 dagen challenge.

In werkelijkheid was ik er langer mee bezig dan alleen een half uurtje tekenen. Het zoeken naar een onderwerp nam soms nog het meeste tijd in. Vaak vond ik mijn omgeving te saai, dus wou ik erop uit trekken. Had ik geen zin in nòg eens in het park te zitten (=dichtstbijzijnde stukje groen hier), dan moest ik iets anders in de buurt zoeken. Of het einde van de dag naderde en ik moest in huis en tuin zoèken wat interessant om te tekenen. Niet gemakkelijk als je er al hele dagen op kijkt. Ik duik in mijn werk liever in fantasie, dan dat ik de wereld rond mij verbeeld. In deze zoektocht naar een model of onderwerp om te tekenen in de echte wereld kroop dus vaak dubbel zoveel tijd dan in het schetsen op zich.

In werkelijkheid is in mijn bijberoep als illustrator ook vaak het ‘nadenken’ de hoofdmoot van het creatieproces. Krijg ik concreet de vraag om iets specifieks te tekenen, dan kan dat vlot gaan. Maar als opdrachtgevers geen idee hebben wàt ze exact getekend willen zien, dan kruipt er veel tijd in het zoeken en schetsen van mogelijke onderwerpen of concepten. En eigenlijk vraag ik daar nauwelijks extra verloning voor. Misschien iets om over na te denken…

3) Ik leerde beter omgaan met mijn kritische stem

In het begin van de challenge was mijn kritische stem héél luid: vaak vond ik het ‘slecht’ of dat het ‘beter’ kon, maar door de beperking in tijd hàd ik dus geen tijd om hier lang over te piekeren en moest ik verder met de zaken die ik al op papier gezet had. De kritische stem bleef, maar het lukte beter en beter om die aan de zijlijn te zetten. En ok, vind nog steeds het meeste wat ik maakte niet waw. Maar de realiteit is nu eenmaal dat je veel brol moet maken om af en toe iets bruikbaars er tussen te vinden.

4) Ik begon losser te tekenen

Ik selecteerde vaak materialen die ik niet kon uitwissen of corrigeren. Ik moest dus verder met de lijnen die ik zette. Ik leerde daar minder over te tobben, los te laten.

Het zorgde dat ik losser begon te tekenen. Ik vond het op den duur zelfs leuker om ruwer in te kleuren met potlood: lijnen, krassen zichtbaar houden is interessanter dan te willen een egaal effen vlak te bekomen.

Ik besef nu pas dat ik vroeger ALTIJD gomde. Al-tijd. En behoorlijk gecontroleerd tekende, krampachtig zelfs. Ik hoop dat ik dat losse meeneem in mijn nieuwe werk.

5) Je spaart tijd en piekeren uit als je jouw materialen op voorhand kiest

Ik probeerde telkens voor enkele dagen ver (liefst een week) al op voorhand de 3 materialen klaar te leggen, zonder al over het onderwerp te denken. Dat zorgde dat ik vaak tegen de beperkingen hiervan aanbotste, of net de mogelijkheden ervan ontdekte. Het was in elk geval een goede tactiek om niet te veel tijd te verliezen met hierover te twijfelen.

Wat ik nog geleerd heb op vlak van materialen:

  • Wasco en oliepastel zijn niet handig voor klein formaat.
  • Ik ben bang van verf.
  • Potlood bovenop acryl werkt niet.
  • Ik heb een voorkeur voor verzadigde kleuren, diep, fel, helder dus graag.

6) Ik houd het meest van al van figuren tekenen

Mensen of dieren, dat teken ik het liefst van al. Da’s al altijd zo geweest. Maar om ze in het echte leven te schetsen, was ik vaak een te grote schijtluis: ik was héél bang dat mensen ongemakkelijk zouden worden als ze zouden merken dat ik ze tekende. Maarrrrrr… als ze niet weten dat je ze tekent, bewegen ze ook veel, of trappen ze het gewoon af voor jouw half uur om is. Dus snel schetsen is dan de boodschap.

Tegenover elkaar liggende treinperrons en grote zomerterrassen waren de beste plekken om clandestien mensen te schetsen.

7) Ik vind fotorealisme eigenlijk niet interessant.

Bij realistisch of gedetailleerd tekenen wat ik zag, was ik minst tevreden over het resultaat. Als ik zaken probeerde te vereenvoudigen, stileren, beleefde ik meer plezier aan het tekenen. Als de gelijkenis het belangrijkste is, dan verkrampt dat mijn manier van lijnen zetten.

8) Ik wil blijven leren / evolueren

Ik wil wel verder ruimte maken voor experiment, mijn lijnzetting en stijl verder onderzoeken, pushen. Ik wil blijven leren, blijven toelaten dat ik fouten mag maken. En hier vooral tijd en ruimte voor maken.

Nu, drie dagen verder, heb ik toch al twee dagen heel even iets dat me opviel aan het einde van de dag snelsnel geschetst.

Ik heb wel het gevoel dat een kader helpt als ik er echt een dagelijkse gewoonte van wil maken. Misschien wekelijks een specifiek thema uitdiepen, of een specifiek materiaal, … Ik ben er nog niet aan uit.

Zou ik de challenge aanraden? Volmondig ja. Wees niet bang om uit jouw comfortzone te gaan. Heel deze opdracht was in elk geval een grote les in loslaten en op zoek gaan naar (wat voor jou) tekenplezier (is). Ik hoop dat ik dat plezier in de toekomst nog vaak mag vinden.

En wie weet: volgend jaar opnieuw?

Kunstdate

Afgelopen zondag ging ik op kunstdate met mezelf naar het MSK Gent. Ik wil al een tijdje meer persoonlijk werk creëren, maar heb geen idee WAT dat dan moet zijn. Dus huppakee, ik dan maar naar Gent om een resem ‘oude meesters’ te bestuderen. Als ik zou kunnen uitvissen wat mij precies tot een kunstwerk aantrekt, dan zou ik misschien de antwoorden kunnen vinden voor mijn eigen illustraties, toch?

Ik nam mijn schetsboekje mee, opende die tussen een Rik Wouters en een expressionistisch landschapsschilderij. Tekende vluchtig enkele contourlijnen, pende wat notities en… stak het boekje even snel weg als ik die had uitgehaald. Iets hield me tegen.

Notities maken voelde alsof ik de ervaring niet volledig liet binnenkomen. Ook voelde het verkeerd om de kunstwerken (ook al was het maar lichtjes) over te tekenen. Om nog maar te zwijgen over hoelang dit museumbezoek zou duren als ik zo door elke zaal zou gaan.

Dus nee, ik staakte het schetsen. Gedaan voor vandaag. Ik besloot om immens veel foto’s te nemen. Ik kon die nog altijd achteraf analiseren. En nu zit ik thuis naar al die foto’s te staren op zoek naar antwoorden…

Hieronder momenteel mijn 5 favoriete kunstwerken. Als je denkt dat ze iets gemeenschappelijk hebben, laat het me dan vooral weten!

Rik Wouters ‘Zittende vrouw bij het venster of portret van Nel Duerinckx, de vrouw van de kunstenaar’ (1915)
Felice Casorati ‘Jong meisje op een rood tapijt’ (1912), hieronder een detail ervan
Anonieme meester ‘Portret van Isabella van Oostenrijk’ (16de eeuw)
Gustave Van de Woestyne ‘Fuga’ (1925)
Jheronimus Bosch ‘De kruisdraging’ (c. 1510-1516), met hieronder mijn favoriete tronie eruit.

With a little help from my friends – deel 2: hoe teken je alzheimer?

Maak eens ongevraagd een illustratie bij een artikel. Daarmee is alles begonnen. Om mijn portfolio uit te breiden op vlak van redactionele illustraties, vroeg ik aan vrienden om mij geïllustreerde artikelen door te sturen – maar dan ZONDER de illustratie – zodat ik er bij wijze van training zélf een tekening bij kon verzinnen. Een tip die ik onthouden had van de online illustratiecursus die ik vorig jaar volgde.

Isabel stuurde me dit korte artikeltje uit Eos over 2 nieuwe stoffen die mogelijk zouden helpen om het aftakelingsproces bij alzheimerpatiënten tegen te gaan. Als je het leest, krijg je kort en bondig een behoorlijk wetenschappelijke uitleg bij een van de oorzaken van alzheimer. Wel, als je het een paar keer leest, in mijn geval: geen gemakkelijke materie.
En dan, het zwaarste stuk: HOE zet je alzheimer om in een illustratie? Een visuele vertaling waar ik wel even over moest nadenken… Ook gaat het in het artikel over het vertragen van het proces, niet over genezen en wilde ik dit ook ergens in de tekening krijgen.
Ik koos uiteindelijk voor het beeld van een porseleinen frenologiehoofd, vooral vanwege de associatie met breekbare materie. Je ziet twee handen die de brokken van het hoofd proberen te lijmen, wat voor mij aanvoelde als dat je zelfs na het herstel toch de schade zou blijven zien.
Is het een illustratie die alzheimer suggereert? Ik was en ben het nog steeds niet absoluut zeker, maar soms moet je gewoon voor de beste optie gaan die je op dat moment ziet.

Geen gemakkelijke opdracht. Toen Isabel me de oorspronkelijke link doorstuurde, wisten we allebei meteen ook waarom: er stond eigenlijk een foto in plaats van een illustratie bij het oorspronkelijke artikel.
Van een uitdaging gesproken >.<

With a little help from my friends – deel 1: bankovervallers dragen niet altijd bivakmutsen

Maak eens ongevraagd een illustratie bij een artikel. Daarmee is alles begonnen. Om mijn portfolio uit te breiden op vlak van redactionele illustraties, vroeg ik aan vrienden om mij geïllustreerde artikelen door te sturen – maar dan ZONDER de illustratie – zodat ik er bij wijze van training zélf een tekening bij kon verzinnen. Een tip die ik onthouden had van de online illustratiecursus die ik vorig jaar volgde.

Max Manstein was één van de enthousiaste vrienden die me iets doorstuurde: geen artikel, maar een episode van de podcastreeks Dark Diaries, want die gaat ook telkens samen met een illustratie.
In aflevering 6 van de podcastreeks vertelt Jason E. Street hoe hij informatiebeveiliging van banken in Beirut testte door er in te breken en hoe dat bijna fout afliep. Een overvaller heeft niet altijd een bivakmuts aan… of wel? Dat is zowat het idee achter deze illustratie. Nieuwsgierig naar de podcastaflevering en naar de oorspronkelijke illustratie? Klik door op deze link: https://darknetdiaries.com/episode/6/

Lemon Lizzie on tour

Elke winkel die je binnen stapt, trekt alweer alle kerstregisters open, dus dat betekent dat de najaarsmarktjes er ook weer aan komen. En yes (!!!), je kan me komende maanden dus toch nog op enkele gezellige marktjes vinden!

Ik stal mijn Lemon Lizzie spulletjes uit tijdens 2 verschillende weekends op de gezellige pop-up van Irma’s Feest- en Koffiehuis in Gullegem.
En op 5 december vind je me enkele kilometers verder in Heule op Lokaal Boetiek tussen een bonte verzameling Belgische makers.

Totton?

(foto (c) BAT )