1) Elke dag tekenen is mogelijk, vooral als je er wat verantwoording voor af moet leggen.
Aan het begin van het jaar had ik genoteerd dat een soort visueel dagboek aanleggen misschien interessant zou zijn, maar ik was er nog nooit toe gekomen. En eerlijk? Ik dacht eigenlijk op voorhand dat ik dit nooit zou volhouden.
Deze instagram challenge was voor mij dé ultieme test om het toch eens te proberen. De beperkingen trokken me vooral over de streep:
- Je moet 50 dagen na elkaar dagelijks iets uit het leven gegrepen tekenen.
- Je mag niet langer dan een half uur tekenen.
- Je mag maximum 3 materialen gebruiken.
Het was net dit strikte kader dat ervoor zorgde dat ik het erop wou wagen.
Ik maakte het kenbaar op mijn social media kanalen zodat mensen mee konden volgen en voilà: instant ‘verantwoording’ af te leggen. Het zou misschien geen moord en brand zijn als ik eens een dag skipte, maar toch. Het gedacht dat er (al was het maar één) iemand mee keek, zorgde dat ik de opdracht serieus nam. Zonder dit kader: op voorhand een verloren zaak.
Een half uur per dag reserveren lukt, maar dat is het hem net: dit op voorhand inrekenen of die 30 minuten zoéken is dan ook wel een must. Ik heb geen kinderen, werk niet fulltime op de dagjob, dus ik heb veel vrijheid wat mijn dagindeling betreft. Fulltime job en gezin? Lijkt me meer een extra uitdaging. Dat half uur vinden werd voor mij bijvoorbeeld wel al moeilijker toen ik op Pukkelpop vertoefde, een omgeving waar met vrienden afspreken en optredens zien plots prioriteit was.
50 dagen is lang. Het leek alsof ik er uuuuuuren mee bezig was, terwijl ik in werkelijkheid maximum 25 uren getekend heb: een parttime weekske. Het ‘moeten’ werd af en toe ook vervelend. Vaak had ik geen zin, maar achteraf was ik dan wél trots als ik het toch maar weer een dagje volgehouden had.
2) Het lastigste onderdeel van tekenen is een onderwerp vinden.
Wàt moet ik nù weer tekenen? De grootste verzuchting van deze 50 dagen challenge.
In werkelijkheid was ik er langer mee bezig dan alleen een half uurtje tekenen. Het zoeken naar een onderwerp nam soms nog het meeste tijd in. Vaak vond ik mijn omgeving te saai, dus wou ik erop uit trekken. Had ik geen zin in nòg eens in het park te zitten (=dichtstbijzijnde stukje groen hier), dan moest ik iets anders in de buurt zoeken. Of het einde van de dag naderde en ik moest in huis en tuin zoèken wat interessant om te tekenen. Niet gemakkelijk als je er al hele dagen op kijkt. Ik duik in mijn werk liever in fantasie, dan dat ik de wereld rond mij verbeeld. In deze zoektocht naar een model of onderwerp om te tekenen in de echte wereld kroop dus vaak dubbel zoveel tijd dan in het schetsen op zich.
In werkelijkheid is in mijn bijberoep als illustrator ook vaak het ‘nadenken’ de hoofdmoot van het creatieproces. Krijg ik concreet de vraag om iets specifieks te tekenen, dan kan dat vlot gaan. Maar als opdrachtgevers geen idee hebben wàt ze exact getekend willen zien, dan kruipt er veel tijd in het zoeken en schetsen van mogelijke onderwerpen of concepten. En eigenlijk vraag ik daar nauwelijks extra verloning voor. Misschien iets om over na te denken…
3) Ik leerde beter omgaan met mijn kritische stem
In het begin van de challenge was mijn kritische stem héél luid: vaak vond ik het ‘slecht’ of dat het ‘beter’ kon, maar door de beperking in tijd hàd ik dus geen tijd om hier lang over te piekeren en moest ik verder met de zaken die ik al op papier gezet had. De kritische stem bleef, maar het lukte beter en beter om die aan de zijlijn te zetten. En ok, vind nog steeds het meeste wat ik maakte niet waw. Maar de realiteit is nu eenmaal dat je veel brol moet maken om af en toe iets bruikbaars er tussen te vinden.
4) Ik begon losser te tekenen
Ik selecteerde vaak materialen die ik niet kon uitwissen of corrigeren. Ik moest dus verder met de lijnen die ik zette. Ik leerde daar minder over te tobben, los te laten.
Het zorgde dat ik losser begon te tekenen. Ik vond het op den duur zelfs leuker om ruwer in te kleuren met potlood: lijnen, krassen zichtbaar houden is interessanter dan te willen een egaal effen vlak te bekomen.
Ik besef nu pas dat ik vroeger ALTIJD gomde. Al-tijd. En behoorlijk gecontroleerd tekende, krampachtig zelfs. Ik hoop dat ik dat losse meeneem in mijn nieuwe werk.
5) Je spaart tijd en piekeren uit als je jouw materialen op voorhand kiest
Ik probeerde telkens voor enkele dagen ver (liefst een week) al op voorhand de 3 materialen klaar te leggen, zonder al over het onderwerp te denken. Dat zorgde dat ik vaak tegen de beperkingen hiervan aanbotste, of net de mogelijkheden ervan ontdekte. Het was in elk geval een goede tactiek om niet te veel tijd te verliezen met hierover te twijfelen.
Wat ik nog geleerd heb op vlak van materialen:
- Wasco en oliepastel zijn niet handig voor klein formaat.
- Ik ben bang van verf.
- Potlood bovenop acryl werkt niet.
- Ik heb een voorkeur voor verzadigde kleuren, diep, fel, helder dus graag.
6) Ik houd het meest van al van figuren tekenen
Mensen of dieren, dat teken ik het liefst van al. Da’s al altijd zo geweest. Maar om ze in het echte leven te schetsen, was ik vaak een te grote schijtluis: ik was héél bang dat mensen ongemakkelijk zouden worden als ze zouden merken dat ik ze tekende. Maarrrrrr… als ze niet weten dat je ze tekent, bewegen ze ook veel, of trappen ze het gewoon af voor jouw half uur om is. Dus snel schetsen is dan de boodschap.
Tegenover elkaar liggende treinperrons en grote zomerterrassen waren de beste plekken om clandestien mensen te schetsen.
7) Ik vind fotorealisme eigenlijk niet interessant.
Bij realistisch of gedetailleerd tekenen wat ik zag, was ik minst tevreden over het resultaat. Als ik zaken probeerde te vereenvoudigen, stileren, beleefde ik meer plezier aan het tekenen. Als de gelijkenis het belangrijkste is, dan verkrampt dat mijn manier van lijnen zetten.
8) Ik wil blijven leren / evolueren
Ik wil wel verder ruimte maken voor experiment, mijn lijnzetting en stijl verder onderzoeken, pushen. Ik wil blijven leren, blijven toelaten dat ik fouten mag maken. En hier vooral tijd en ruimte voor maken.
Nu, drie dagen verder, heb ik toch al twee dagen heel even iets dat me opviel aan het einde van de dag snelsnel geschetst.
Ik heb wel het gevoel dat een kader helpt als ik er echt een dagelijkse gewoonte van wil maken. Misschien wekelijks een specifiek thema uitdiepen, of een specifiek materiaal, … Ik ben er nog niet aan uit.
Zou ik de challenge aanraden? Volmondig ja. Wees niet bang om uit jouw comfortzone te gaan. Heel deze opdracht was in elk geval een grote les in loslaten en op zoek gaan naar (wat voor jou) tekenplezier (is). Ik hoop dat ik dat plezier in de toekomst nog vaak mag vinden.
En wie weet: volgend jaar opnieuw?
Comments (0)